WONEN IN ITALIË – Lekker kneuteren
Veel buitenlanders die hier een huis hebben, zien op tegen de winter. Tegen de stilte die hier dan heerst, de mist die tussen de huizen hangt en de sneeuw die ieder jaar valt, ook al is het de laatste jaren weinig.
Ik moet zeggen dat ik geniet van deze 'post-zomerse' maanden en ook uitkijk naar de winter met zijn heel eigen sfeer. Op dit moment is de natuur prachtig, over het hele land ligt een koperkleurige glans.
Om een uur of vijf, zes wordt het kouder en tegen zevenen ook al donker. Ik ga dan naar binnen en steek de houtkachel aan. Vervolgens de schemerlampen en een paar kaarsen.
Het huis wordt behaaglijk en warm en ik zit al gauw te kneuteren bij de televisie of met een boek. Ik drink mijn aperitiefje en maak wat hapjes, 's avonds eet ik nooit zoveel.
Afgelopen week wandelde ik over de provinciale weg naar Niella. Het was geen zonnige dag. Er lag een nevel over het land en de mensheid leek uitgestorven. Ik liep over een doodstille weg en genoot ervan.
De motorrijders, wielrenners en wandelaars zitten allemaal weer thuis en wij hebben onze streek weer even voor onszelf, dacht ik.
Dat was ook het geval toen ik zaterdag naar Finale Ligure ging, aan de kust. Het was stralend weer, 27 graden. We waren vroeg vertrokken, want....zaterdag en mooi weer.
Maar het viel reuze mee. Geen pelotons wielrenners voor je neus, geen files. Ook was er genoeg parkeerplek. Daar moet je in de zomer om komen! Een drama, je rijdt eindeloos rondjes, nee in de zomer mijd ik de kust liever.
Finale was gezellig druk, niet overdreven. Er lagen mensen op het strand en op de piazza was godzijdank geen evenement, zoals de laatste keer, maar namen de boeren met hun kramen met olijfolie, groentes, kazen en marmelades hun vaste zaterdagplek weer in.
Vriendin Yvon en ik kochten olijfolie en liepen genietend van de zon over de boulevard. De eigenaresse van het eettentje waar we altijd lunchen, begroette ons als verloren gewaande familieleden. "Blijf je de hele winter open?" vroeg ik. "Zeker, het is de beste tijd", verzekerde ze ons.
Toen ik thuis kwam, stond er een enorme zak tulpenbollen bij de achterdeur. Dat is zo langzamerhand traditie, in oktober komen de tulpenbollen van Albert van Bentem voor Mombarcaro.
Albert heeft een grote kwekerij in Nederland. Ik leerde hem en zijn vrouw Nicolette kennen, nadat ze hier een (tweede) huis hadden gekocht. Sindsdien brengt hij ieder najaar tulpenbollen voor Mombarcaro
Het hele dorp kwam zondag tulpenbollen halen. Vandaag reed ik zelf nog wat oude of zieke mensen af om de bollen af te leveren. Eind maart staat Mombarcaro weer vol tulpen van de Van Bentems!
Jarenlang was het een droom. Een huis in Italië. Op vakantie stond ik steevast lang voor de etalage van de makelaar ter plaatse. Maar het moment was (nog) niet geschikt. Ik werkte nog, mijn geliefde was ziek, m’n ouders hadden steeds meer zorg nodig. Ik bleef dromen en fantaseren, allemaal heel veilig. Jaar na jaar ging voorbij. Er gebeurde veel. Cor ging dood, ik maakte een voettocht naar Rome, werd ontslagen en toen was daar opeens het moment van: nu of nooit.